Ons cultureel erfgoed


Kort geleden bracht een commissie (Pechtold e.a.) een advies uit over het culturele erfgoed.Gelukkig zijn wij in stad en provincie Groningen nog redelijk gezegend met cultureel erfgoed, alleen al als je denkt aan het religieus-culturele erfgoed van de oude kloosters. Tot de zestiende eeuw waren er in onze provincie kloosters te vinden van alle oude kloosterorden, zoals de Benedictijnen,CisterciĆ«nzers, Dominicanen, Franciscanen en Kruisheren, en waren er van Aduard tot Ter Apel talrijke abdijen en kloosters gevestigd.In talrijke publicaties is door mijn oud-collega's, vrienden en bekenden in de voorbije decennia aandacht aan dit fenomeen besteed. Hoewel de kloosters door vergrijzing aan het leeglopen of verdwijnen zijn mogen we blij zijn met het feit dat er sinds 2006 in het Kruisherenklooster van Cuijk, het oude Agatha-klooster, het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven is opgericht, deels door het verzamelen van de archieven van meer dan honderd kloostergemeenschappen. Ook is hete een plek voor internationaal onderzoek naar het religieus erfgoed.

Zo beschikken wij  nog over de restanten van de Sint Bernardusabdij in Aduard (1192 -1594),ooit een uitermate belangrijk cultureel en religieus centrum in het Noorden. Hetzelfde geldt voor het voormalig Kruisherenklooster van Ter Apel (1465-1604). In de afgelopen jaren werd er uitvoerig onderzoek gedaan naar het Benedictijns mannenklooster in Rottum bij Usquert, het Klooster Juliana. Dit klooster werd in 1226 gesticht en bleef bestaan  tot het in 1587 in brand werd gestoken. Pas in 1885 werden de laatste resten gesloopt. Tegelijkertijd is het heel bijzonder dat op Schiermonnikoog vanaf eind 2015 weer een aantal monniken zijn neergestreken vanuit het opgeheven grote klooster, de Abdij Sion in Diepenveen in Overijssel. Na de Tweede Wereldoorlog
woonden daar nog zo'n 60 monniken, waarvan een kleine groep CisterciĆ«nzers als de oude Schieremonniken naar het Waddeneiland is teruggekeerd.
Tot slot bezitten we in Haren uiteraard nog wat resten van het Vrouwenklooster Yesse (1215-1594). Dit klooster was ooit een bloeiende abdij en school, een rijk klooster, sterk onder invloed van de Franse abdij Citeaux  en de latere Moderne Devotie van Geert Grote met het klooster Hardenberg.
In 1589 vluchtten de laatste zusters naar de stad, naar de Herestraat, waar zij verbleven tot 1601. Ook hier werden in 1890, net als in Rottum, de laatste restanten opgeruimd en moeten we het nu doen met het bezoekerscentrum en de opgravingen sinds 2006 van dit archeologisch erfgoed. Ons Harener klooster Yesse wordt zelfs vermeld in een Latijns boek (1223/1224), in De grote Dialoog over visioenen en wonderen van de Duitse monnik Caesarius von Heisterbach (1180-1240), in 1481 in het Duits vertaald en in talrijke latere edities beschikbaar.De zogenaamde Reductie in Groningen, de overstap naar de                Reformatie, maakte vrijwel overal een einde aan het bestaan van de vele kloosters in onze provincie. Zoals hierboven al even werd gezegd, daalde vanaf 1960 het aantal kloosterlingen van zo'n 50.000 naar ongeveer 4000 en mogen we blij zijn met nog wat resten van dit religieus-cultureel erfgoed. Zo vond in februari 2019 binnen de Raad voor Cultuur in Haren de vierde kloosterlezing plaats. In mei 2019 meldde Haren, de krant de vondst van een grote sleutel, waarschijnlijk van het oude klooster Yesse. Op 12 oktober vond in het kader van de Dag van de Groninger Geschiedenis een lezing plaats over oude handschriften van kloosters tussen 1470 en 1530, waarvan er circa 90 zijn bewaard gebleven vanuit kloosters als Selwerd en Thesinge.Blijf ons erfgoed vooral koesteren.

Karel Hupperetz



--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een zomer in Haren - Jolien Berendsen-Prins

De zomer in het donker - Hans Boerema

Mijn beeld van Groningen