Chaos, leegte en het niets


Volgens velen leven wij op dit moment in een nogal chaotische tijd. Het is, lijkt mij, geen toeval dat vanaf het begin van de jaren zestig in de natuurwetenschap de zogenaamde chaostheorie een belangrijke rol speelt, op basis van de ontdekkingen en publicaties van Edward Lorenz.
In 1977 kreeg de Belgische natuurkundige Ilya Prigogine de Nobelprijs voor scheikunde. Hij was vooral bekend door zijn boek Orde uit chaos (Bakker, 1984). Het is de moeite waard om in het boek of het Volkskrant-artikel van 24 december 2018 nog eens het gesprek van Fokke Obbema en de filosoof/astrofysicus Gerard Bodifee na te lezen, in het kader van de serie over de zin van het leven.
Het lijkt erop dat de chaos van het bestaan niet meer weg te denken is uit onze realiteit. Zo vragen ook filosofen zich af, minstens sinds Gottfried Leibniz (1646-1716 ) tot aan Wat is metafysica van Martin Heidegger (1889-1976), waarom er iets is en niet veeleer niets. Ook de Leidse sterrenkundige Vincent Icke had het in De Wereld Draait Door van 22 januari 2019 over het niets van voor de oerknal.
Vanaf het boek Genesis wordt gezegd dat de aarde ongeordend en leeg was, en die lijn loopt door tot in de negentiende eeuw, als Turgenjev in 1862 in de beroemde roman Vaders en zonen in het gesprek tussen Arkady en Bazarov de term Nihilisme introduceert, die dan vooral bij de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1849-1900) een bijna centrale categorie ging worden. Vorig jaar verscheen bij Gottmer het non-fictie-boek Het Mysterie van niks en oneindig veel snot van Jan Paul Schutten (160 pag.), een poging  om dat wat we niet kunnen bevatten toch een beetje bevattelijk te maken, in sprongen van Einstein tot aan de snaartheorie.
In januari 2019 was bij Arte de film In Praise of Nothing van Boris Mitić uit 2017 te zien, een lofzang op het niets, met onder meer een nummer van Nevermore: Believe in Nothing. In ons land verscheen in 2019 het boek van de NRC-columniste/microbiologe Rosanne Hertzberger: Het grote niets: Waarom we te veel vertrouwen hebben in de wetenschap (Prometheus, 96 pag.). Het boekje was een soort van pamflet in de serie van de Groninger filosofen Coen Simon en Frank Meester, Nieuw Licht. De bedoeling was het Novum Organum van Francis Bacon (1561-1626) naar onze tijd toe te vertalen. Na een voorpublicatie in mei 2019 vond er een optreden en debat over het boek plaats tussen Rosanne Hertzberger en Trudy Dehue in het Academiegebouw  van Groningen.
Ook in de wereld van literatuur, theater en film speelt het thema van de grote leegte een cruciale rol. Zo speelt op dit moment Theater Rotterdam met Hans Croiset (Hamm) en René van ‘t Hof (Clov) het toneelstuk van Samuel Beckett, Fin de Partie/Eindspel uit 1957. Naast dit  tweetal zijn er nog de ouders van Hamm in een container/vuilnisbak. Het is een stuk tussen realiteit en absurditeit, er gebeurt niets en tegelijkertijd gaat iets zijn gang, als het ware in een theater-zwart-gat. Ook in 2019 werd de al vaker opgevoerde toneeltekst Art (Kunst) van Yasmina Reza uit 1994 opnieuw gespeeld. Na de première in Parijs werd Reza (1957) wereldberoemd. Het is een toneelstuk over drie vrienden: de arts/dermatoloog Serge, die voor 120.000 euro's een geheel wit doek van 1.60 bij 1.20 m heeft gekocht en zijn twee vrienden die de aanschaf belachelijk vinden. Een helemaal wit schilderij is weer eens wat anders dan het zwarte vierkant van Malevitsj. Die aanschaf leidt tot een explosie in hun uit hun studententijd daterende vriendschap. Drie types, een flegmaticus, een cholericus en een sanguinicus komen tegenover elkaar te staan. Het stuk werd overigens al in 1996 door het Noord-Nederlands Toneel gespeeld, Het niets, de leegte van het wit is de basis voor een discussie over kunst.
Ook van zo'n leegte was in de kunst al eerder sprake: toen op 21 augustus 1911 de Mona Lisa uit het Louvre werd gestolen, stonden er vervolgens rijen bezoekers naar de lege plek te staren, zoals bij de kleren van de keizer in het sprookje van H.C. Andersen. Tot slot toch nog een milde variant op chaos, leegte en niets; Max Velthuijs maakte ooit het boekje De Krokodil en het meesterwerk. De schilder Krokodil heeft in buurman Olifant een grote bewonderaar, alleen kan die niet kiezen uit al die prachtige werken van Krokodil. Maar op zekere dag maakt hij voor zijn buurman een doek, waar niets op staat, onder het motto: Sluit je ogen en zie maar wat je erin wilt zien: een sneeuwlandschap, een Hollandse molen, een ruiter te paard. Misschien moeten we weer leren om in deze chaotische tijd met andere ogen te gaan zien.
Karel Hupperetz


--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een zomer in Haren - Jolien Berendsen-Prins

De zomer in het donker - Hans Boerema

Gebarentaal, nu en toen