Mondriaan in veelvoud


Aan Piet Mondriaan (1872-1944) is tot nu toe heel veel aandacht besteed door middel van aan hem gewijde tentoonstellingen, boeken en dans- en toneelopvoeringen. Daarnaast is zijn werk ook uitvoerig commercieel gebruikt, op mokken en horloges, op gymschoenen en bekertjes en zelfs op jurken van Yves Saint Laurent. Alleen is er, voor zover ik weet, pas in 2018 een dichtbundel rond hem verschenen. De Groningse schrijver/dichter Harry van Velsen(1948) presenteert op 23 januari 2020 in de Dickensroom in het Clockhuys zijn bundel met illustraties: Hoe woorden bewegen (Van Maaskant Haun,2018). Hans Janssen, de Mondriaan-expert van wat toen nog het Haags Gemeentemuseum heette, schreef de inleiding bij deze gedichtenbundel. Het simpele feit dat Van Velsen in Groningen in de Mondriaanstraat woont, bracht hem op het briljante idee om met Mondriaan in de stad wandelend, of bij hem thuis in gesprek te komen. Zo ontstonden deze 36 gedichten, waarbij de auteur ook veelvuldig citaten uit onder meer brieven van Mondriaan heeft opgenomen.

Wellicht is het goed om bij wijze van inleiding op de presentatie in de Dickensroom nog eens een korte biografie van de schilder te schetsen tot aan zijn laatste werk: Victory Boogie Woogie.
Piet Mondriaan werd op 7 maart 1872 in Amersfoort geboren op de Korte Gracht, waar nu een klein museum is gevestigd. Acht jaar later verhuisde de familie naar Winterswijk in de Achterhoek, naar de Zonnebrink 4. Op die oude plek is in 2013 een museum tot stand gekomen, het Galerie Mondriaanhuis.
Hier ook vonden de vroege tekenactiviteiten van Mondriaan plaats, zoals bijvoorbeeld van de moestuin en de Jacobskerk. Zijn eigenlijke start als kunstenaar vond plaats vanaf september 1892, de tijd aan de Rijksacademie in Amsterdam. In zijn vroege werk is de latere schilder nog volkomen afwezig: het gaat om landschappen, een enkel portret, stillevens, alle op een heel traditionele manier geschilderd. Tijdens zijn opleiding nam hij kennis van het werk van Van Gogh,maakte hij de opening mee van het Stedelijk Museum, werd hij lid van de schildersgenootschappen van die tijd en deed hij voor het eerst mee aan exposities. De omgeving van Amsterdam, het Gein, maar ook het platteland van Brabant of Oele in Twente zijn de plekken, waar dit vroege werk ontstond. Men vindt er iets van terug in de tekening van zijn vriend Simon Maris van rond 1900: Mondriaan op de fiets in het landschap.
Van belang uit diezelfde periode is de kennismaking met het theosofisch werk van Madame Helena P. Blavatsky en met Rudolf Steiner en de antroposofie. Hij werd in 1909 lid van de Theosofische Vereniging en had grote belangstelling voor de esoterische beweging, die zeker ook zijn visie op de taak van de kunst heeft beïnvloed. Een beroemd voorbeeld daarvan is het drieluik Evolutie, waarin het mystieke en occulte van Mondriaan zichtbaar wordt. Een andere grote invloed was de kennismaking met Jan Toorop, een van de gangmakers van de vernieuwing in ons land, met name door hun ontmoeting en contacten in Domburg, waar eerste, vroege abstracties als De rode molen of impressies van de duinen tot stand kwamen. Dat zelfde is ook zichtbaar in de bekende bomenserie van rond 1912, een goed voorbeeld van zijn vroege stilering en abstractie.
Bij zijn bezoek aan Parijs in 1911 maakte Mondriaan kennis met werk van Picasso en Braque, met het kubisme en daar trad de Mondriaan, die we uit zijn latere werk kennen, heel duidelijk naar voren.Hij veranderde zijn naam in Mondrian en woonde toen al op z'n latere adres in Parijs, in de Rue du Depart. Hij gaf zijn werk titels als Compositie en begon te nummeren, Tableau 1, 2 en zo verder.
Door de Eerste Wereldoorlog moest hij naar Nederland terugkeren en daar is met name de tijd in Laren en de vriendschap met Bart van der Leck het eigenlijke begin van zijn werk in horizontalen en verticalen begonnen, de periode van geometrische abstractie, van het gebruik van de basiskleuren rood en blauw, kortom van dat wat later de Nieuwe Beelding, de stroming rondom het tijdschrift De Stijl werd genoemd, de periode waarvan hij met Theo van Doesburg deel uitmaakte.

Overigens was in 1915 werk van Mondriaan te zien in Pictura in Groningen.Hij heeft als een van de weinigen heel intensief nagedacht over en gepubliceerd over het schilderen, de abstractie, en over de Trialoog, een driespraaktekst van een leek, een naturalistisch schilder en een abstract werkende kunstenaar. Na de oorlog, in juni 1919 vertrok hij weer naar Parijs, naar het bekende atelier op de Rue du Depart, waar hij tot 1936 woonde. De Tweede Wereldoorlog was de reden dat hij Parijs verliet,korte tijd in Londen vertoefde en vervolgens zijn laatste jaren in New York doorbracht. Dan is hij inmiddels een erkende kunstenaar, zoals het groepsportret uit 1942 laat  zien, waar Mondriaan te zien is naast figuren als Max Ernst en Marcel Duchamp. Hier ontstond dat beroemde werk, die droom van een nieuwe wereld, van de poging het eeuwige in het moment te vatten, van het spel van lijnen en kleuren, van het aardse/vrouwelijke en het spirituele/mannelijke element, van een optimistisch vertrouwen in betere tijden, zijn laatste werk, de Victory Boogie Woogie. Dit werk kwam in 1998 voor zo'n 80 miljoen gulden in nationaal bezit van het Haags Gemeentemuseum, nu het Kunstmuseum Den Haag. Dit is in ons land de plek voor het oeuvre van Mondriaan, grotendeels gebaseerd op de oude collectie van Salomon Slijper. Het is dus zeker de moeite waard om de presentatie van Harry van Velsen op 23 januari in het Clockhuys bij te wonen.*

K.J.Hupperetz

*Aanmelden tot 21 januari door een mail te zenden aan geboektinharen@gmail.com met vermelding van uw naam en het aantal personen waarmee u de lezing wilt bezoeken.



--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een zomer in Haren - Jolien Berendsen-Prins

De zomer in het donker - Hans Boerema

Mijn beeld van Groningen