Een ondoorzichtige tijd


Afgezien van mijn kinderjaren tijdens de Tweede Wereldoorlog zou ik geen tijd kunnen bedenken, die net zo bizar, bedreigend, beangstigend is als dit moment.
Ik zocht naar een beeld voor dit niet te vatten fenomeen en kwam uit bij de metafoor van het labyrint, juist vanwege het onoverzichtelijke en ondoorzichtige karakter. We kennen allemaal het oude Griekse verhaal van Koning Minos en zijn paleis in Knossos op Kreta, die de opdracht gaf een labyrint aan te leggen als gevangenis voor de Minotauros. Het was een constructie met talloze gangen en doodlopende plekken, waaruit niemand kon ontsnappen. Toch lukte het Theseus met hulp van de dochter van Minos, Ariadne, met behulp van de bekende draad, te vluchten. De poging van de maker van het labyrint, Daedalus, om met zijn zoon Icarus weg te komen, leek slechts aanvankelijk te slagen. Zoals we weten van het beroemde schilderij van Pieter Bruegel de Oude (rond 1595): De val van Icarus, smolten de wassen vleugels en stortte Icarus in zee. De schilder baseerde zich voor dit doek vooral op de Metamorfosen van Ovidius.
Sinds de Griekse oudheid heeft het labyrint, dat raadselachtige, onoverzichtelijke geheel, die doolhof, eindeloos veel navolging gekregen. Het mythisch, mythologisch verhaal vol raadsels en onduidelijkheden werd in de Romeinse tijd gebruikt in vloermozaïeken. In de latere, christelijke periodes, minstens vanaf de 15de/16de eeuw, komen we het labyrint tegen in kerken en kathedralen. Wat ooit begon als een ondoorzichtige warboel wordt dan een verbeelding van de pelgrimstocht van de mens, op weg naar bevrijding en verlossing. In het omvangrijke boekwerk van de beroemde architect Sebastiano Serlio Isette Libridell' architettura(1537), vindt men in boek IV een verwijzing naar het labyrint. Nog later, vanaf de baroktijd, verschuift het naar parken en tuinen, zoals wij bijvoorbeeld weten uit het labyrint in het landgoed De Braak in Eelde. In literatuur en beeldende kunst kom je eindeloos veel voorbeelden tegen van dit bekende fenomeen. Van Jorge Luis Borges tot aan Umberto Eco, altijd weer vindt men verwijzingen naar het labyrint.
Het Centre Pompidou wijdde in 2011 een grote tentoonstelling aan het labyrint. Vanaf de oude Comenius (1592-1670) met zijn werk het Labyrinth der wereld(1631) tot aan de studie van de Duitse auteur G.R.Hocke Die Welt als Labyrinth(2018) is de metafoor voor de kronkelweg als een model voor onze levensweg niet meer weg te denken.We zijn oude ankerpunten kwijtgeraakt, zijn stuurloos, hebben geen richting meer en het labyrint geldt dan als symbool voor onze levensloop, voor het raadselachtige bestaan. Wij bevinden ons op warrige wegen op doodlopende straten, staan voor ongrijpbare, onoplosbare problemen. We weten niet meer of nog niet waar we een rode draad zoals bij Ariadne kunnen vinden.Voorlopig blijven we nog een tijdlang in dat labyrint,minstens in de mentale zin van dwalen in ons hoofd.We hopen maar, dat we uit dit labyrint in onze tijd geraken en tot een nieuwe inschatting komen voor datgene, waar het echt op aan komt.

Karel Hupperetz


--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een zomer in Haren - Jolien Berendsen-Prins

De zomer in het donker - Hans Boerema

Mijn beeld van Groningen